Cimon and Pero / Roman Charity

Cimon and Pero / Roman Charity
Cimon and Pero / Roman Charity
layer & technique: 

oil on canvas

dimensions: 

131,7 by 151 cm

signature: 

Left under " J C Spronck"

date: 
c.1635
literature: 

  

1).Verhandeling Dr. Pieter Biesboer januari 2010

Dit gesigneerde doek met een voorstelling van het verhaal van Cimon en Pero is een uniek werk in het oeuvre van Johannes Cornelisz Verspronck. Samen met Frans Hals was Verspronck de belangrijkste Haarlemse portretschilder. Een enkel stilleven en een vrolijk gezelschap dragen zijn signatuur, maar Verspronck schilderde verder uitsluitend portretten. De ontdekking van deze historievoorstelling is dan ook met recht zeer belangwekkend te noemen.

Johannes cornelisz Verspronck werd rond 1601-1603 geboren in Haarlem als oudste zoon van Cornelisz Engelsz (Gouda 1574/75-1650 Haarlem, die zelf ook portretschilder was. Johannes ontving zijn eerste opleiding in het atelier van zijn vader en misschien is hij een korte tijd in het atelier van Frans Hals werkzaam geweest, die tussen 1620 en 1630 een grote reputatie had opgebouwd en de belangrijkste portretschilder in Haarlem was geworden. (in 1627 schilderde hij de grote groepsportretten van de officieren van de St-Joris Doelen en de Cluveniersdoelen, Frans halsmuseum, Haarlem). Verspronck werd pas in 1632 lid van het St Lucasgilde, toen hij al 30 jaar oud was. In de tijd daarvoor heeft hij waarschijnlijk als assistent in het atelier van zijn vader gewerkt. De vroegste portretten van Verspronck dateren van 1634. (1) Opvallend is dat hij in zijn vroege werk qua pose en coloriet het voorbeeld van Frans Hals volgde, maar gladder en minder schetsmatig schilderde dan Frans Hals. Verspronck's portretten zijn ook minder expressief in gebaar en gezichtsuitdrukking dan die van Hals, maar opvallend is zijn verfijnde schildertechniek en stofuitdrukking. Die laatste karakteristieken treft men ook aan in Verspronck's Cimon en Pero.

Verspronck heeft Cimon voorgesteld zittend met de handen op de rug, vastgeketend aan de gevangenismuur. Een donkere doek ligt over zijn bovenbenen en bedekt zijn schaamdelen, verder is hij ongekleed. Naast hem links is Pero neergeknield. Zij voedt haar vader aan haar borst, die ze daartoe heeft ontbloot. Het licht valt van links de gevangeniscel binnen via een onzichtbare bron en belicht de figuren van Cimon en Pero, een grote slagschaduw werpend op de muur achter Cimon. Op de kale stenen vloer van de cel is wat stro gespreid. Pero, die bevallen was van een kind, wist haar vader in leven te houden door hem ieder keer als zij hem bezocht in de gevangenis te voeden aan haar borst. Pero's daad gold als een toonbeeld van liefde voor de ouders. Het is dan ook niet verwonderlijk dat een voorstelling van van het verhaal van Cimon en Pero prijkt op het blazoen van de Haarlemse Rederijkerskamer "Trou moet blycken" dat speciaal werd vervaardigd voor het grote landjuweel van de Hollandse rederijkers dat in 1606 in Haarlem plaats vond. de opbrengst van het landjuweel ende daaraan verbonden loterij was bestemd voor de bouw van een oudemannenhuis. Het thema van het landjuweel was daarop afgestemd en luidde: wat is de grote beloning die men krijgt voor de goede zorg van oude lieden en wat is de straffe kwaad, die je krijgt als men dat nalaat.De voorstelling van Cimon en Pero bevindt zich rechtsboven op het blazoen, terwijl linksboven een voorstelling is aangebracht met de vlucht van Aeneas uit het brandende Troje met zijn vader Anchises op zijn rug en gevolgd door zijn zoontje Ascanius. (2) Beide voorstellingen zijn zinnebeelden van de liefde voor de ouders, de Caritas Familiae. Het onderwerp was dus niet onbekend in Haarlem.

Een ander schilderij met de voorstelling van Cimon en Pero geschilderd door Pieter Claesz Soutman (1593/1601-Haarlem-1657), een wat oudere leeftijdgenoot van Verspronck, wordt vermeld in de boedelinventaris van Agatha van Stuyvesant, weduwe van Nicolaes Suycker de Jonge (ca. 1570- 1636), die schout van Haarlem was geweest van 1604-1625. Deze boedelinventaris was opgemaakt op 1 oktober 1646. (3) De Haarlemse schilder Pieter Soutman verhuisde naar Antwerpen rond 1616. Cornelies de Bie noemt hem in zijn Gulden Cabinet der edel vry Schilder-const (1661) als leerling van Rubens. Het contact met Rubens kwam misschien tot stand tijdens het bezoek van Rubens aan Leiden en Haarlem in 1612 en hij op zoek was naar goede, jonge graveurs om zijn werk in druk te vermenigvuldigen. Soutman was in de leer geweest  bij de graveur Jacob Matham en kwam als zodanig in aanmerking om zich bij Rubens als graveur te vervoegen. Soutman werd in 1619 in Antwerpen als zelfstandig kunstenaar genoemd; hij laat dan een leerling registreren bij het Antwerpse St. Lucasgilde. In 1624 bij het bezoek van Koning Wadislaus Sigismund van Polen aan Antwerpen schilderde hij diens portret. Deze koning benoemde hem tot zijn hofschilder en in 1628 reisde Soutman naar Polen om daar opdrachten voor hem uit te voeren. Enige maanden daarvoor was hij al terug in Haarlem, omdat hij daar is gedocumenteerd in verband met een aankoop van aandelen ter waarde van 2000 gulden. Soutman keerde niet meer terug naar Antwerpen en vestigde zich metterwoon in Haarlem, waar hij in 1628, voor zijn vertrek naar Polen, lid van de St. Lucasgilde was geworden. (4) Soutman's schilderij is waarschijnlijk spoedig daarna ontstaan misschien sterk geïnspireerd op het voorbeeld dat Rubens schilderde en waarvan nog vijf versies bestaan, waarvan zich één in het Rijksmuseum te Amsterdam bevindt. (inv.nr. A345). Een iets andere versie door een navolger van Rubens toont qua plaatsing van de figuren in het beeldvlak een zodanige verwantschap dat men kan vermoeden dat Verspronck deze voorstelling heeft gezien. (5) De houding van Pero is in spiegelbeeld zeer gelijkend, evenals haar afgewende hoofd. Het bovenlichaam van Cimon is in spiegelbeeld eveneens verwant, zij het dat Verspronck Cimon zittend op de stenen vloer heeft voorgesteld en niet geknield. Bij Verspronck is Cimon een veel jongere man met donker haar en een korte baard, geen oude kale grijsaard met langere grijze baard. Qua type doet zijn gezicht vooral denken aan het gezicht van Hercules in Goltzius'schilderij "Hercules en Cacus" uit 1616, dat een paar huizen verwijderd van het woonhuis van Verspronck in de St. Janstraat in de grote zaal van het huis van Johannes Colterman (1591-1646) hing. (6) Zou de bovengenoemde iets andere versie door een volgeling van Rubens misschien een werk van Soutman geweest zijn en misschien het schilderij uit de inventaris van Agatha van Stuyvesant. De verwantschap met de Cimon en Pero van Verspronck zou daarop kunnen wijzen, echter er zijn zo weinig vergelijkbare werken van Soutman bekend dat deze toeschrijving onmogelijk kan worden getoetst. De schilderwijze van Verspronck is duidelijk anders en toont in alle onderdelen aan dat hij in dat opzicht meer naar Gotzius en Pieter de Grebber heeft gekeken. De datering van het schilderij van Verspronck zou misschien tussen 1630 en 1635 geplaatst kunnen worden. Het is in ieder geval een fascinerend schilderij dat de artistieke ambities van Verspronck onderstreept en waar het laatste woord nog niet over gezegd zal zijn.

Voetnoten:

   1. Zie voor de biografieën van Cornelis Engelsz en Johannes Cornelis Verspronck : Pieter Biesboer e.a. " Painting in Haarlem 1500-1850. The collection of the Frans Hals Museum, Gent 2006, resp.pp. 146-148 en pp. 323-324. Voor de oeuvre catalogus van Verspronck zie R.E.O.Ekkart, "Johannes Cornelisz Verspronck, Frans Hals Museum Haarlem 1979, cat 1 t/m 4 vroegste werken uit 1634.

   2. Zie A. de Bruijn, "De Schatten der Pellicanisten". Over de blazoenen, glas-en zilverwerken, de wandtapijten van de Haarlemse rederijkerskamer "Trou moet Blycken", Haarlem 2001. Geschilderd naar ontwerp van Goltzius door Frans Pietersz de Grebber, paneel 125 x 98 cm.

   3. Pieter Biesboer, "Collections of paintings in Haarlem1572-1745". Documents for the History of Collecting, Los Angeles 2001, p.96.

   4. Zie voor de uitvoerige biografie en documantatie over Pieter Soutman: "Pieter Soutman e.a. Gent 2006, p. 305-311.

   5. Geveild bij Sotheby's, Londen, 1/11/2007, nr. 48, doek 78 x 111 cm.

   6. Zie Biesboer e.a. 2006, p. 352-355.

 

2)."Johannes Verspronck and the girl in blue" Rudy Ekkart; Rijksmuseum Amsterdam; Nieuw Amsterdam Publishers; 2009 . page 20 colour ill.n°11

 

 

The figure of Cimon may be based (in reverse) on tne figure of Hercules in the painting by alessandro Turchi "Hercules and Omphale" now in the alte pinacotheka in Munich. Which may explain that there must have existed an etching after this painting by Turchi. (own observation)

dating extra: 
01/1633 - 01/1637
high res photos: